28 december 2010

Wet van de kleine getallen.

Bij het lezen van het bericht dat het aantal doden dat gevallen is bij wat dan aangeduid wordt als 'doding-zelfdoding', waarbij dus de dader ook zichzelf het leven beneemt, moest ik denken aan wat ik de "wet van de kleine getallen" noemde. Die wet had ik zelf bedacht *) en luidde kort en goed dat "voor kleine getallen gaat de wet van de grote getallen niet op". Het leek me een trivialiteit, maar er was alle reden om dat in een extra wet te verwoorden want er waren maar al te veel mensen die al te graag ook op kleine getallen de wet van de grote getallen toepasten.

Zoals nu. Het aantal gevallen van doding-zelfdoding is in één jaar gestegen van 9 tot 22. Meer dan 100% wordt er dan bij gezegd, waarbij de grote-getallen-wet al om de hoek loert. Maar het is absoluut niet duidelijk wat het gemiddelde over bijvoorbeeld de laatste 10 jaar is. En bovendien is dat aantal van 9 zó klein, als er één geval meer of minder is is dat al een stijging van 11%!
Typisch een geval van de wet van de kleine getallen.
De minimale toe- of afname is 1, dus 9 is weinig. En 22 is nog steeds weinig. En 13 erbij lijkt wel veel, maar is dat niet. Eén ouder die die zichzelf, de partner en 3 kinderen vermoordt en we zitten al bijna op de helft van de toename. En als een groot deel van de groei al door één zo'n incident veroorzaakt kan worden, dan is er geen spraken van een trend, maar van een toevalligheid.
Kijk eens naar het aantal berichten in deze blog dat ik heb geproduceerd. Deze maand maar liefst 3 keer zoveel als de maand daarvoor! En anderhalf keer hoger dan het maandgemiddelde van bijna 6!!
Geen enkele waarde aan toekennen. Allemaal kleine getallen.

Kortom, op kleine aantallen laten we geen statistiek los, we doen er geen procentuele uitspraken over, we vergelijken de getallen zelfs niet met elkaar. Het zijn er méér, in dit geval althans. That's it.

*) Toen ik deze wet een keer verwoordde tegen een collega, zei ik erbij dat dat mijn 3de wet was. Met open ogen trapte hij in het valstrikje dat ik daarmee had gezet.
"Wat zijn die andere twee dan?" vroeg hij. "Die zijn te moeilijk voor jou, zou je toch niet begrijpen." liet ik hem weten

24 december 2010

Moeders gezegde (3)

Kwam vanochtend plotseling boven toen ik achter een wel héél trage auto reed: " Schiet op,een uur is te lang." dacht ik.
Van eer ik kon praten heb ik dat al gehoord, dus(?) pas recent realiseerde ik me dat ik dat altijd als een mantra voor "dat duurt te lang" heb ervaren en nooit de inhoud heb gehoord. Zoals met andere uitspraken van haar.

20 december 2010

PvdA

Zag gisteren bij toeval een reclame van de PvdA en het viel me opnieuw op hoe gedateerd die naam eigenlijk is. "Partij van de Arbeid" is zó jaren '50/'60 van vorige eeuw, dat kan anno 2011 ècht niet meer. Het woord 'arbeid' alleen al.
Werk is veel minder belangrijk geworden en is bovendien vrijwel gegarandeerd. Onvrijwillig werkeloos komt nauwelijks meer voor en de sociale voorzieningen in Nederland horen tot de beste van de wereld.
Andere issues zoals gelijkberechtiging, milieu, vergrijzing, rechtshandhaving zijn allemaal vele malen belangrijker geworden.

Een moment later kwam mijn onderbewuste met het voorstel: "Partij voor de Ander", maar ik realiseerde me vrijwel meteen dat je met zo'n naam het je politieke tegenstanders wel èrg makkelijk maakt. "Dat is geen partij voor u, maar voor de ander." Zij het dat het de mensen die wèl nadenken zou kunnen aanspreken.

Mogelijk zit er niets anders op dan, net als het CDA eind jaren '70, te fuseren met andere partijen, GroenLinks, D66, eventueel de SP, zodat er een nieuwe, aansprekende naam bedacht kan worden.
Die dan, hopelijk, weer een halve eeuw mee kan.

16 december 2010

Principes

Beleid, zo definieerde mijn vroegere, goede collega Elmer K. eens, is een set van tevoren genomen beslissingen. En principes zijn net zo. Je hoeft dan niet in ieder geval na te gaan hoe je moet besluiten maar kunt je houden aan een leidraad, beleid en/of principes. De laatste liggen meestal op ethisch vlak. Je moet niet liegen, de ander überhaupt geen schade berokkenen, goed zijn voor het milieu, dat soort dingen

In het najaar vind ik een hoogtepunt op tv de danswedstrijd op de BBC "Strictly come dancing". Daarin worden dansprofessionals gekoppeld aan 'celebrities', zeg maar BE'ers, en wordt er iedere week door ieder danspaar een nieuwe dans ingestudeerd, ballroom of latin, of wat daar vlakbij ligt, zoals de charleston.
Daarbij worden ze van commentaar voorzien èn beoordeeld door een deskundige jury en ook het publiek mag haar zegje doen. Tenslotte valt het stel met de laagste score af, waarbij het publiek het laatste woord heeft. Reden dat Anne Widdecombe, een conservatief parlementslid die net zo veel talent heeft voor dansen als een vis voor fietsen, het tot de halve finale schopte. Want hoe tenenkrommend ook, entertainig was het.
Nu is het in de ballroom formeel niet toegestaan een zogenaamde 'lift' uit te voeren, dat is een beweging waarbij een danser met beide voeten tegelijk van de vloer komt, meestal doordat haar partner haar (te ver) optilt. Eén van de juryleden, Craig Ravel Horwood, is daar zeer op gespitst en hoe mooi de dans ook wordt uitgevoerd, als hij meent een lift te zien, vrijwel altijd terecht, zal hij, uit principe, een punt in mindering brengen. Reden waarom de ravissante Kara Tointon een hoogste score van drie tienen en één negen had.

Ander geval. Eveneens in het najaar is er op tv in NL de serie ' Kijken in de ziel' , waarin Coen Verbraak een aantal professionals interviewt en daar confronteert met de meer filosofische aspecten van hun beroep. Drie jaar geleden waren dat de psychiaters en die serie bleek zo succesvol dat vorig jaar de voetbaltrainers - god mag weten waarom díe - en dit jaar de advocaten aan de beurt waren.
Nu kwam daarbij hun geheimhoudingsplicht aan de orde en de interviewer liet de kans niet voorbij gaan daar eens aan te schudden. Wat, zo was de vraag, zouden de advocaten doen als ze van hun cliënt te horen zouden krijgen dat er een aanslag zou worden gepleegd waarbij hoogstwaarschijnlijk ook een aantal onschuldige mensen om het leven zou komen. Mijn favoriete Theo Hiddema, een glibber van een man maar meestal met dezelfde antwoorden als ik gegeven zou hebben, was direct naar de politie gestapt. De meeste anderen zouden de deken van de orde van advocaten hebben ingelicht, zich daarmee achter diens brede rug verschuilend, een standpunt dat ik ook zéér kan billijken.
Maar mevrouw Oldenburg achtte haar geheimhoudingsplicht zó heilig dat ze haar mond zou houden. "En als uw tante nu tot de slachtoffers zou horen?" vroeg Verbraak. Tja, dan zou Oldenburg haar dat weekend voor een uitje meenemen naar Vlissingen, maar inlichten, daar kon geen sprake van zijn. Zoals gezegd, uit principe ging de geheimhoudingsplicht vóór alles.

Mijn vader, zaliger nagedachtenis, was een godvrezend man, overtuigd gereformeerd en propageerde ijzeren principes. Maar toen ik hem als puber vroeg of je in de oorlog mocht liegen als je door de Duitsers werd gevraagd naar onderduikers, toonde hij geen spoor van twijfel, dat mocht. In principe mocht je niet liegen, maar hier gold dat niet. Hoewel, maar misschien is dat een broodje aap, er wel streng gereformeerden waren die uit  principe niet logen, ook niet in de oorlog.

Het grote verschil ontstaat of je iets doet 'uit principe' of 'in principe'. In het eerste geval schakel je je geweten uit en word je een robot. In het tweede geval zul je, ondanks je principes, dit specifieke geval toch opnieuw moeten bezien en een goeie beslissing nemen. Want principes gelden voor de mééste gevallen, niet voor alle.

12 december 2010

Moeders gezegde (2)

Eerder schreef ik over mijn moeder en de zegswijzen die zij bezigde.
Vandaag, nadat ik druk in de weer was geweest en uitpufte bij de thee, herinnerde ik me: "Je zit te zuchten as een poep die gort egeten hèt.".
Die ik lief heb had het nog nooit gehoord, niet van mij en zeker niet van mijn moeder.

Tekst bewerken

Waarom bestaat er geen programmaatje dat ook actief is op mijn gsm bij het sms-en en dat woorden afmaakt als ik pas de eerste paar letters heb getikt?
Plus wat extra wensen, nu ik toch bezig ben.

Uiteraard moet er een uitgebreid woordenboek in zitten, bij voorkeur met per woord de relatieve frequentie waarmee dat woord wordt gebruikt. Dus van meest gebruikt woord tot hoogst zelden voorkomend.
Bij de woorden die ìk gebruik moet die algemene frequentie door die van mij worden vervangen en moet dat programmaatje de suggesties doen in die volgorde.

Bovendien zou er een corrector in moeten zitten die ik zelf evt kan aanvullen. Die dus evt omzet in evt., met punt.
Dus wat het programmaatje niet herkent moet vervangen worden door een tekst met de minimale Levenshtein-afstand .... (wat u zegt buurman).

Uiteraard moet er een mogelijkheid zijn om langere stukken (standaard)tekst met een shortcut in te vullen.

Tenslotte moet het zelf lerend zijn, zodat ik bijvoorbeeld mijn reeds geschreven teksten kan invoeren en het programma de gebruiksfrequenties kan bepalen.

Als dat nog per taal kan, zou dat mooi zijn, hoewel ik, naast Nederlands, alleen Engels nodig zou hebben

Vraag is natuurlijk of zoiets al niet bestaat.
Ik heb nu PhraseExpress maar dat werkt niet. Bovendien, en dat haat ik, zijn die bestanden waar het programma gebruik van maakt niet toegankelijk.Héél vervelend.

8 december 2010

NL daalt in onderwijsranking

Mw. drs. G.  Ledoux, Guuske voor intimi, is wetenschappelijk directeur van het Kohnstamm instituut, dat zich met onderwijs bezig houdt. Zij vindt, nav het feit dat NL weer gedaald is in de onderwijsranking , het belang van wiskunde overtrokken. Tja, mw. heeft zelf pedagogiek gedaan, dan mag je dat wel zeggen.
Ze oreerde voor de radio dat slechts 3% van de NL-bevolking min of meer dagelijks wiskunde nodig had, dan wel gebruikt, dus waarom daar zoveel aandacht voor? Ik wist niet dat die statistiek die ze bij pedagogiek gebruikten om nog iets van een selectie te kunnen toepassen, zoveel frustratie had achtergelaten.
Zij vergist zich, schromelijk, zoals dat vroeger zo mooi heette.
Er zijn talloos veel mensen, ook van Guuske's leeftijd nog, die door wat ze bij wiskunde leerden nog steeds aardig kunnen rekenen en zich daardoor geen knollen voor citroenen laten verkopen. En, zo mogelijk nòg belangrijker, min of meer logisch kunnen redeneren. Want dat is het eigenlijk waar het bij wiskunde om gaat.

Ook dat NL gedaald is vindt ze niet erg, er doen meer landen mee en sommige daarvan waren beter. Kijk dáárvoor heb je nou wiskunde nodig, om logisch te redeneren en het gebrek daarvan bij anderen aan de kaak te stellen.
Want de juiste conclusie van mevrouw zou moeten zijn: als we niet zijn gedaald, stonden we blijkbaar altijd al lager dan we dachten!

Wij denken een kenniseconomie te kunnen worden door met een minimum aan investeringen - NL geeft minder dan gemiddeld in de EU uit aan onderwijs - de top te kunnen halen. Terwijl in het verre oosten elk jaar miljoenen ingenieurs en andere exactici afstuderen, allemaal eager om te presteren. En Zuid-Korea ons fluitend voorbij streeft in prestaties, onderwijsbegroting en bijna dat hele land al voorzien is van glasvezel.

Het zal niet eens meer een decennium duren of we zijn veel verder teruggevallen dan nu al het geval is en als een soort reservaat, vergelijkbaar met dat van Indianen en Aboriginals, zullen hordes Chinezen, Indiërs en anderen uit het verre oosten ons als toerist bezoeken. En die zullen uit dat bezoek de lessen trekken wat je krijgt als je de vijf tot 15 miljard die nu jaarlijks nodig is voor onderwijs níet investeert. Dankzij de Guuske's van dit land.

Post scriptum. Kwam dit nog tegen: de hoogst gerate banen (in de USA) met wiskundigen op 1. I rest my case, om met mijn nicht(je) te spreken.

5 december 2010

Marketing en duurzaamheid

Ik ben geen early adopter. En als ik al iets nieuws koop dan doe ik daar veel langer mee dan de industrie lief is. Mijn huidige pc is ruim 5 jaar oud en onze tv zelfs al 14 jaar, zij het dat het wel een 50 inch is. Ook voor nu nog héél groot.
Waar ik me in toenemende mate aan erger is dat domme gedram om ons aan overbodige spullen te krijgen. Of, ernstiger, normale zaken als problematisch te verkopen.
Terwijl een ietwat terughoudende attitude zo veel impact kan hebben op ons milieu.

Van het eerste is de laatste hype op entertainmentgebied een goed voorbeeld. Iedereen moet, voorzover hij al een HD-tv heeft, nu aan de 3D-tv, bij voorkeur met hoofdletter om het belang niet onderbelicht te laten. Toen de CD met veel reclamegeweld ons werd opgedrongen was het meest aansprekende argument de kwaliteit van het digitale geluid. Geen krasje, stofje of hickup meer zoals op de oude platenspeler niet ongebruikelijk was. Nee, genieten van het geluid zoals dat was opgenomen, studiokwaliteit kortom.
Toen al realiseerde ik me dat de meeste mensen helemaal niet de vereiste adequate weergaveapparatuur thuis hadden staan. En de paar die wèl over de goeie boxen en versterker en wat dies meer zij beschikten, hadden wel  huisgenoten of buren of omgevingslawaai die de muziek meer verstoorden dan ze vroeger, met de platenspeler, voor mogelijk hadden gehouden.
Ook de, eerst nog, HD-tv en nu dan 3D-tv belooft veel meer dan ze waar kan maken en de veel hogere prijs, zowel in aanschaf als in abonnement, rechtvaardigt. Heeft men zich wel eens gerealiseerd dat je ogen op z'n best zijn op 15 jarige leeftijd en dat de volwassenen die zich zo'n dure tv kunnen veroorloven meestal zoveel brillen nodig hebben, dat die extra geboden kwaliteit volledig aan hen voorbij gaat? Net als overigens dat betere digitale geluid voor het overgrote deel de volwassen hersenen niet bereikt, gefilterd als het wordt door het afnemende gehoorbereik.
Niet alleen op multimediaal gebied is deze gewoonte, ons lastig vallen met eigenlijk overbodige spullen, gebruikelijk. Het nieuwste zijn de winterbanden.
Decennia lang hebben we in ons platte land waar het, gezien ons zeeklimaat, beperkt sneeuwt of vriest, goed kunnen doen met de banden waar we ook in de zomer mee reden. Als we naar wintersport gingen namen we sneeuwkettingen mee, die je overigens ook maar sporadisch hoefde te gebruiken, en de locals hadden winterbanden, maar dat was niet zó gek, want sneeuwkettingen onderdoen was niet bepaald een pretje.
Nu moet plotseling iedereen aan die winterbanden, sterker nog, in een aantal landen is het strafbaar als je ze niet hebt! En de banden- en garage-industrie wrijft in de handen en niet van de kou. Want die winterbanden staan driekwart van het jaar te verdrogen, gaan dus veel korter mee dan mogelijk is dus moeten veel eerder weer vervangen worden dan je op grond van de gereden kilometers zou verwachten, zonder dat het veel meer veiligheid oplevert.In tegendeel, doordat meer mensen zich veiliger voelen wordt er onvoorzichtiger gereden. Tel uit je winst.

Een voorbeeld van het tweede, normale zaken als problematisch verkopen, is ernstiger. Hoe zijn we de afgelopen decennia niet onder vuur genomen als het ging over ons cholestorolgehalte? In het boek De Cholesterolhype wordt omstandig beschreven hoe we beduveld werden door de medische industrie: verzadigde vetten verhogen het cholesterol niet; een verhoogd cholesterol verhoogt het risico op hart- en vaatziekten niet; cholesterolverlagende medicijnen (statines) werken alleen bij mannen van middelbare leeftijd en niet bij vrouwen en ouderen; statines hebben veel meer vervelende bijwerkingen dan de meeste artsen denken. Nou daar sta je dan met je zoveel gezondere levenswijze.
En een nieuw voorbeeld doemt op, beschreven in het boek Selling the Fountain of Youth, waarin aan de kaak wordt gesteld dat we nu te horen krijgen dat oud worden een ziekte is. Hoeveel erger wil je het hebben?

De bioloog Midas Dekker heeft ooit berekend dat het hebben van geen kinderen zijn grootste bijdrage een een verantwoord milieu is. Als zou hij jaarlijks 3 keer met het vliegtuig op vakantie gaan naar een ver land dan nòg zou de balans voor hem positief uitslaan vergeleken bij mensen met een paar kinderen. Dat argument kan breder worden toegepast.
Als je minder hebt, dan wel minder vaak iets nieuws koopt belast je het milieu veel minder en is je bijdrage aan onze duurzaamheid nauwelijks te verbeteren. Bovendien is het goed voor je portemonnee. En dan heb ik het nog niet eens over de keuzeoverdaad waarmee de marketingafdelingen van de bedrijven ons mee dood gooien. Iets waarmee, zo wijst een proefschrift binnenkort uit, de industrie ook nog eens aanzienlijk kan besparen.
Kortom, laten we net als wij al tijden doen, niet meer achter iedere hype aanrennen. Kijk wat je nodig hebt en doe daar mee tot het niet meer voldoet. Hoe simpel kan het leven zijn? En uw Nachwuchs, net als Midas zijn wij zonder, zal ons er dankbaar voor zijn.

2 december 2010

Dansen

Het is nu bijna 20 jaar geleden dat mijn lief en ik zijn gaan dansen. En met enige tussenpozen doen we dat nog steeds. Ballroom en Latin, om geen misverstand te laten bestaan.
Eén van de problemen die we daarbij hebben is het geheugen. De mens, althans de bevolkingsgroep(en) waar wij van afstammen, is niet geëvolueerd om dansen te onthouden. Zijn sommige melodieën zo 'sticky' dat je ze na een paar keer gehoord te hebben niet meer uit je hoofd kunt sláán, een beetje niet triviale volgorde van danspassen weet je soms dezelfde avond al niet meer. Laat staan enkele dagen zonder aandacht later.
Ik heb me al eens afgevraagd of er, in navolging van muzieknotatie, ook geen dansnotatie bestaat. Uiteraard is die er wel, maar wordt alleen door choreografen gebruikt of is zó ingewikkeld dat ze onwerkbaar is.
Zelf heb ik wel geprobeerd, jarenlang zelfs, om de dansen die ik aanleerde op te schrijven, de ene keer beschrijvend, de andere keer minutieus de stappen weergevend, maar altijd bleek na enige tijd dat de beschrijving incompleet was geweest en ik zelfs de essentie van de figuur niet had weten te vatten. Meestal waren essentialia zoals de houding of vitale tussenpassen niet weergegeven zodat ik hopeloos in de knoei raak als ik nog eens iets van jaren geleden probeer te reconstrueren.
Nu hoorde ik deze week de erg mooie actrice Kara Tointon, die dit jaar meedoet aan de danswedstrijd van de BBC "Strictly come dancing", zeggen dat ze de passen beter onthield als ze die koppelde aan een ritmisch wijsje. Voor haar is dat met name van belang omdat ze in een innemende documentaire haar vrij stevige vorm van dyslexie liet zien. Dit bracht me op het volgende idee.

Bij ballroom en latin zijn de dansen vaak opgebouwd uit een aantal kleinere figuren, die vaak maar uit enkele passen bestaan, zelden meer dan 5. Ongeveer zoals een zin uit woorden bestaat.
En die kleinere figuren zijn vaak zelfs ook nog variaties op een thema. Zo bestaat bijvoorbeeld de chassé, een combinatie die zowel in de cha-cha (nooit chac-cha-cha zeggen) als in de jive of in (sommige) ballroomdansen voorkomt. Die chassé is oorspronkelijk een zij-sluit-zij beweging waarbij de eerste twee stappen halve tellen zijn en de laatste een hele tel. Maar die chassé wordt ook gedaan als stap naar voor, andere voet achter voorste, voorste verder naar voren in hetzelfde ritme, zeg maar voor-kruis-voor. Dat heet een cross step. En die kan ook naar achteren. Je ziet op één thema al drie variaties.

Mijn idee houdt in dat we woorden en ritmes verbinden aan die basisfiguren. Als je daar afspraken over maakt en je leert die met het leren van de dans, kun je niet alleen veel makkelijker die dans onthouden, je kunt die ook veel eenvoudiger leren.
Een voorbeeld (en niet meer dan dat). Een chassé naar links kan, in het ritme kort-kort-lang, benoemd worden met 'chassé left', of 'chassé right', al naar gelang de kant die je opgaat. En de boven beschreven  cross step wordt dan, in hetzelfde ritme, 'cross step walk' of 'cross step back', al naar gelang je naar voren of naar achteren gaat.
Uiteraard hoeven de woorden niet Engels te zijn en kunnen ook Nederlandse equivalente of ander woorden worden gezocht. Maar het lijkt me niet onverstandig bij bestaande termen aan te sluiten zodat dansleraren er weinig moeite mee zullen hebben. En die bestaande termen zijn nu eenmaal vooral in het Engels.
Nog een voorbeeld. Een pas naar voren geven we aan met 'walk', het herplaatsen van een voet met 'place', een pas naar achteren met 'back' en een pas opzij met 'side', waarbij de kant die van de voet is die aan de beurt is, dus rechts voor je rechtervoet. Dan wordt de basispas - het vierkantje - van de Engelse wals beschreven door: rechts begint: walk, side, close, back, side, close in het ritme lang-lang-lang. Op die ritmische manier uitgesproken krijg je al het wezen van de dans mee.
Uiteraard is dit niet volledig. Je zult ook moeten weergeven of en hoe je draait, zeker in zo'n basisfiguur, maar mogelijk dat je zo'n elementair stuk dans door een aantal lettergrepen die overeenkomen met de passen kunt weergeven.

Als op die manier ingewikkelde figuren worden teruggebracht door zacht gezongen cadansen (sic!) wordt het onthouden, in ieder geval voor mij, een heel stuk eenvoudiger. Ik ga eens een wat ingewikkelder figuur op die manier proberen weer te geven.

Post scriptum.
Mijn naamgenoot, Haskelladept en J-kompaan maakte me erop attent dat Aboriginals al eeuwen lang melodieën neuriën die informatie bevatten over het landschap zodat ze weten waar ze zich bevinden . Hij had dat uit 'Gezongen aarde' van Bruce Chatwin. Laat dat nou volledig nieuw voor mij zijn. Wel plezierig dat ik iets bedenk dat zijn waarde al bewezen heeft ....

26 november 2010

Dialect

Ik ben geboren en getogen in een klein dorp met een stevig dialect. Dat leidde er onder andere toe dat in de stad waar ik naar de middelbare school ging wij welwillend - in het beste geval - als een soort untermenschen werden beschouwd, ongeciviliseerd als wij waren met onze onbeholpen (uit)spraak. (Jaren later pas vertelde een kennis die leraar Nederlands was me dat ons dialect overeenkwam met het Nederlands dat ten tijde van Bredero werd gebezigd.)
Overigens weerhield dat ons op onze beurt er niet van om bewoners van een gehucht dat weer als satelliet van ons dorp figureerde, en waar ze een dialect van ons dialect spraken, als 'domme diekers' weg te zetten.

Maar een ander aspect van ons dialect, dat ik overigens nog sporadisch spreek, is me pas recent opgevallen *).
Dit dialect lijkt zich in hoge mate te onderscheiden doordat er heel veel met behulp van negatieve kwalificaties tot uitdrukking wordt gebracht. Zelden wordt iets in positieve termen verwoord.
Mijn eigen favoriet is om, als iets me erg bevalt, te melden: "Dit is niet vervelend (om te te eten / naar te kijken / te horen)".
Eén van de sterkste staaltjes is wel het gebruik van "niet weinig" om uit te drukken dat iets veel, erg, of anderszins imposant is. Zoals in 'niet weinig mooi', 'niet weinig belangrijk', 'niet weinig groot', 'niet weinig lekker' of zelfs 'niet weinig veel'.
Allen die dit dialect van jongs af gesproken hebben zullen dit met verschillende andere voorbeelden kunnen aanvullen. (Omdat het hier over spreektaal gaat schrijf ik niet: 'niet weinig andere voorbeelden'.)

  • 'niet gek
  • 'niet verkeerd'


Uiteraard waag ik me niet aan een verklaring, hoewel ik die, zou ik dat wel doen, direct in het gereformeerde karakter van de bevolking zou zoeken. In die denominaties wordt immers geleerd dat de mens "niet in staat is tot enig goed, maar geneigd tot alle kwaad", iets waaraan zelfs mijn vader in zijn meer heldere momenten twijfelde.
Om maar te voorkomen dat het de mens naar de bol zou stijgen en hij zich "meer zou wanen dan een krul in een varkensstaart" (dixit mijn moeder) zou de negatie van een beperking beter werken dan een positieve kwalificatie mee te geven.
Of zoiets.

*) Mijn geliefde huisgenote vertelde me na het lezen van deze blog dat zíj het was die me op dat merkwaardige fenomeen wees. Een typisch geval voor Draaisma's Vergeetboek.

7 november 2010

Boodschappentas

Het leven lijkt soms te bestaan uit een groot aantal aaneenschakelingen van kleine irritaties. Die te voorkomen of op te lossen draagt onevenredig bij aan het geluk van een mens. Of in ieder geval aan haar tevredenheid.
Eén zo'n irritatie is een overvolle boodschappentas die je op de achterbank van de auto hebt gezet en dan, tijdens het rijden, omvalt. Voorzichtig als je bent heb je de breekbare spullen, kletskoppen om maar iets te noemen, boven in gedaan en de veel zwaardere, een zak aardappels, onderin. Maar ja,als die tas omkiepert hoef je geen rocket scientist te zijn om te kunnen voorspellen wat er gebeurt. Not to mention het bakje kwark waarvan de bovenkant toch minder stevig blijkt dan je zou verwachten. Kortom, een klein ongelukje met een buitensporige hoeveelheid ergernis.

Daarop heb ik nu een buitengewoon handige en afdoende maatregel gevonden. Ik snoer de tas, alsof het mijn enige nazaat is, in de veiligheidsgordel van de achterbank. En welke capriolen ik nu uithaal, het omvallen van de tas, hoe zwaar of ongelijk ook ingepakt, behoort definitief tot het verleden.
Waarin een klein idee al niet groot kan zijn.

Weer een ergernis minder, nog een kleine honderdduizend te gaan.

2 november 2010

Hoe planten, struiken en bomen te beperken.

In toenemende mate merk ik dat het mensen stoort, zelfs de doorgewinterde diehard met ultra groene vingers, als alles wat ze jaren geleden zo mooi overzichtelijk geplant (en gepland) hadden, welig tiert en grootte en omvang aanneemt die onvoorzien was.
Of dat nou komt doordat de tuintjes kleiner worden - zelden is een nieuwbouwperceel groter dan een paar honderd vierkante meter, waarmee er voor een tuintje hoogstens enkele tientallen meters overblijft - of dat men minder van de kostbare tijd aan het, soms zware, onderhoud wil besteden, feit lijkt dat het op prijs wordt gesteld als de natuur zich wat zou inhouden en een groeisel zich zou beperken tot de haar toegewezen plek.

Een goede mogelijkheid om dat te doen is de wortelgroei in te dammen. Dat kan op verschillende manieren, enigszins afhankelijk van hoe groot de boom, struik of plant mag worden. Het idee is om de wortelkluit in een (plastic) pot in te graven, of met worteldoek te omhullen, zodat de grootte van de kluit, en daarmee van het bovenaardse groeisel, niet alle perken - letterlijk - te buiten gaat.
Bijkomend voordeel is ook nog dat een eventuele verplaats-actie, anders een zware klus die niet zelden ten koste gaat van wat er verpoot had moeten worden, op die manier wel een héél stuk eenvoudiger wordt.

31 oktober 2010

Geraspte kaas

Geraspte kaas is per zakje te koop en kost onevenredig veel meer dan als je zelf kaas raspt. Maar in beide gevallen heb je vaak meer dan je nodig hebt en blijkt het restant al na een paar dagen in de koelkast door schimmel aangetast en kun je het beter weggooien.
De belangrijkste reden daarvan is dat geraspte kaas heel veel oppervlakte heeft en daarmee de schimmel ruime kansen biedt. Talloze stukjes kaas die bij een plak of homp kaas nog keurig in het binnenste zitten, worden bij kaas in geraspte vorm aan de buitenlucht blootgesteld met alle gevolgen van dien.

Er is echter een eenvoudige remedie: vries het in.
Normaliter is kaas niet of nauwelijks in te vriezen omdat het hard en brokkelig wordt en voor consumptie minder geschikt. Geraspte kaas is dat ook wel, hard en brokkelig, maar dat is daarbij geen euvel. Brokkelig is sowieso een voordeel en omdat geraspte kaas meestal wordt gesmolten is ook de hardheid geen bezwaar. Wij doen dit nu een aantal jaren, als je een homp kaas overhoudt die voor normale consumptie minder geschikt is, hup, de rasp erover en in de vriezer.

Altijd lekker, .... met geraspte kaas.

Woordherkenning, - correctie en -aanvulling

Eén van de triviale functies die in (althans mijn) tekstverwerkers ontbreken is een zelflerende, automatische woordherkenner, woordcorrector en woordaanvuller.
Hoe makkelijk zou het niet zijn als ik, net als ik nu wel op mijn mobiel heb bij het invoeren van een sms, ook bij het typen van tekst op een pc zo'n functie zou hebben.Het enige wat Word tot nu toe (Office 2007) levert is een rood ribbellijntje dat het woord niet wordt herkend. En een enkele keer wordt dit automatisch naar een wèl bestaand woord getransformeerd, maar meestal moet ik het zelf corrigeren of naar de dichtstbijzijnde suggestie vragen. Als Word die suggestie al heeft, waarom dan niet daardoor vervangen?

Ik zou willen dat Word een database meekrijgt waarin alle (paar duizend) meest gebruikelijke woorden staan met daarin de frequentie van voorkomen. Vervolgens worden al mijn documenten gescand en worden de door mij gebruikte woorden geïnventariseerd, ook met de frequentie van vóórkomen.
Als ik dan in een nieuwe tekst een woord begin, dan komt de tekstverwerker direct met het meest gebruikte woord als suggestie. Zo lang dat niet het woord is dat ik wil, typ ik door, tot het gesuggereerde woord er staat dat ik bedoel, dan druk ik op 'Enter'. Klaar is kees.
Wordt het woord helemaal niet herkend, dan komt ie, na de spatie of het leesteken dat ik vervolgens invoer, met het rode ribbellijntje zodat ik het woord kan toevoegen. Of met een gesuggereerd woord (bijvoorbeeld met een groen ribbellijntje) als er vermoed kan worden dat ik iets anders bedoelde dan ik typte, omdat het gesuggereerde woord wel héél dicht in de buurt  komt.
Zo'n nieuw woord wordt dan weer aan de database toegevoegd en kan dan een volgende keer weer een rol spelen.

(Waarschijnlijk is dat onbekend, maar de afstand tussen twee woorden kan gemeten worden door het aantal letters dat je moet invoegen, weglaten of omwisselen, de zogenaamde "Levenshtein distance")

Is dat nou zo moeilijk?

28 oktober 2010

Sociale verzekeringen

De sociale verzekeringen vormen een complex geheel, maar gelukkig is er Wiki dat daar helderheid in verschaft.Bijgaand het daaruit gedestilleerde overzicht.

Volksverzekeringen
Algemene Ouderdomswet
AOW
gefinancierd door inkomensafhankelijke premies en belastingen;
bestemd voor alle ingezetenen
Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten
AWBZ
Algemene Nabestaandenwet
ANW
Algemene Kinderbijslagwet
AKW



Sociale voorzieningen
Wet werk en bijstand
(voorheen Algemene bijstandswet Wet)
WWB
(ABW)
gefinancierd door belastingen;
bestemd voor alle ingezetenen
arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten
Wajong



Werknemersverzekeringen
Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen  
(voorheen Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering )
WIA

(WAO)
gefinancierd door inkomensafhankelijke premies;
bestemd voor werknemers en gelijkgestelden
Werkloosheidswet
WW
Ziektewet
ZW


Hieruit blijkt dat de overheid zich zelf een grote rol als verzekeraar heeft toebedeeld. Want of het nou verzekeringen heet of voorzieningen, feit blijft dat er een premie wordt geheven, of van de belasting wordt betaald, en dat er uitkeringen worden gedaan, als dat toepasselijk is.

Onmiddellijk dringt de vraag zich op of er, anders dan historische, redenen te bedenken zijn waarom dat zo moet blijven, of dat er eigenlijk geen reden is het afdekken van deze risico's te privatiseren en daarmee de overheid aanzienlijk af te slanken. En de belastingen aanzienlijk te verlagen, ook al zijn de burgers dat bedrag dan aan premies kwijt.

Veel mensen zullen van mening zijn dat de risico's die door deze wetten worden afgedekt van uitzonderlijk belang zijn. Eens, maar als we de piramide van Maslow er op na slaan, dan blijken deze zekerheden niet primair. Daar staat namelijk het lichamelijk welzijn met de gezondheid als belangrijkste component. En hoe hebben we het daar geregeld? Precies, met een particuliere zorgverzekering. Toegegeven, ook daar heeft de overheid een forse vinger in de pap, maar als men het ergens over eens is, is het dat die rol met grote kracht teruggedrongen moet worden, net als overigens in andere landen. Privatisering van de zorg, die bij de verzekeringen al vrijwel voltooid is, is een belangrijk issue om een rem op de exponentiële ontwikkeling van de kosten te verkrijgen.
Bovendien is een belangrijk deel van de oudedagsvoorziening, namelijk dat van de pensioenen al in (min of meer) private handen, dus de AOW daar naar toe overhevelen lijkt me klein bier vergeleken bij wat voor de overige regelingen nodig is.

De vraag rijst dus waarom het stelsel van sociale verzekeringen niet geprivatiseerd zou kunnen worden. Ongetwijfeld zal het vele malen efficiënter en dus goedkoper gebeuren, zelfs als we de winsten van de betrokken partijen verdisconteren.
Misschien dat het nieuwe kabinet zó voortvarend is dat ze hier nog aan toekomt, ook al heeft ze het niet gepland. Het zou de overheid beter in staat stellen te doen wat haar core business is, want daar hoort verzekeren zeker niet toe.

8 oktober 2010

Beleggen = Speculeren = Gokken (1)

(zie ook ps.)

De eerste grafiek is zo te zien het verloop in de tijd van een beleggingsproduct. Ik ben benieuwd of duidelijk is welk product en over welke tijd. Het zou me verwonderen als dat geraden zou kunnen worden.







Dan een nieuwe grafiek, misschien is deze makkelijker. Enig idee? 









Laatste kans, een makkie:









Niemand hoeft zich iets te verwijten als hij of zij niet bij benadering de juiste onderliggende waarde en/of de tijdsperiode heeft geweten. Want deze grafieken zijn artificieel. Sterker nog, ze zijn gemaakt door op de computer het opgooien van een munt te simuleren.
Iedere keer als er kop boven komt wordt er een euro bijgeschreven, als er kop boven komt, gaat er een euro vanaf. En dat 10.000 keer, wat zou overeenkomen met een kleine 40 jaar aan dagkoersen.
Zoals te zien is het onderscheid met een echte koersgrafiek nihil.

De vraag is dan natuurlijk of ook èchte koersen door het toeval worden bepaald. Ik kan die vraag niet beantwoorden. Er is echter geen reden aan te nemen dat het niet zo is. Met andere woorden, we kunnen, zoals hierboven aangetoond, vrij eenvoudig een toevalsproces maken dat koersgrafieken genereert. En ik denk dat niemand op grond van de verstrekte gegevens zal kunnen uitmaken welke koersen echt zijn en welke kunstmatig.

Dat geldt niet altijd.
Als je mensen vraagt kop-of-munt te simuleren en bijvoorbeeld een volgorde van 50, bedachte!, uitkomsten op te schrijven, en die worden naast een echte opgooisessie van 50 keer gelegd, dan haalt een deskundige de bedachte er achter mekaar uit. Omdat een mens denkt dat een groot aantal keren kop of munt achter elkaar onwaarschijnlijk is, terwijl het in de praktijk toch regelmatig voorkomt.
Hier is een voorbeeld van zo'n echte rij: kmkmmmkmkkmkkkkkkkkkkkmmmkmkmkmmkkmkmkmmmkmmkmkkkk. Je ziet, maar liefst 10 keer kop achter elkaar.
Of zoals een statisticus zeer plastisch opmerkte, de uitkomsten hebben de neiging te klonteren.

Een andere observatie.
Als rolmodel voor alle beleggers wordt vaak Warren Buffett genoemd. Hij heeft furore gemaakt door tientallen jaren achter elkaar hoge rendementen te halen, reden waarom hij nu één van de rijkste mensen ter wereld is. Er zijn talloze boeken volgeschreven over hem en even talloze mensen proberen hem te imiteren door zijn 'regels' toe te passen. (Het mooie van die regels is dat de laatste regel luidt dat je niet teveel aan je regels moet vasthouden! Wat Buffett heeft toegepast door in 2009, ondanks dat hij altijd beweerde dat derivaten "weapons of mass destruction" waren voor de financiële wereld, voor maar liefst 15 miljard dollar aan derivaten te verkopen!!!)
Er kan ook een andere verklaring zijn voor zijn enorme winsten.
Stel dat in Amerika, dat een 300 miljoen inwoners heeft, er 134.217.728 daarvan op enig moment beginnen te beleggen met $100. Zonder dat ze het weten is het echter zó op de beurs dat iedere belegger een kans van 50% heeft op quitte (ooit geweten dat dit woord zó gespeld moet worden?) of dubbel. Dus de helft zal na één jaar al hun geld kwijt zijn, de andere helft heeft na één jaar $200 en vindt zichzelf een hele piet.
Dat gaat zo jaren achter elkaar door. Dus na 5 jaar zijn er nog een goeie 4 miljoen (4.194.304 om precies te zijn) die ieder $3.200 hebben en apetrots zijn. Wie doet hen dat na, 5 jaar lang 100% per jaar?
Maar de overigen, ruim 130 miljoen, hebben niks meer!
De succesvolle beleggers gaan rustig door, zij hebben immers bewezen de truc te beheersen. Na nog eens 5 jaar, dus 10 jaar in totaal, zijn er nog 131.072 succesvol en hoe! Hun vermogen is inmiddels aangegroeid tot $102.400. En de rest, dat is bijna iedereen, heeft niets meer.
Je voelt al hoe het verder gaat: na 28 jaar is er nog slechts één superbelegger over en die heeft het lieve sommetje van $13.421.772.800, net zoveel als al die beleggers daarvoor samen hadden. En al die anderen, die niet alleen hun inleg kwijt zijn, maar ook nog eens spijt als haren op hun hoofd hebben dat ze niet eerder uitstapten, zijn alles kwijt.
Superbelegger zei u? Of mazzelkont?

Uiteraard is het bovenstaande een verregaande en niet realistische vereenvoudiging van wat ik denk wat er werkelijk aan de hand is: beurskoersen worden in hoge mate bepaald door toeval, net als vele andere processen in het leven van alle dag, in geringe mate door het gedrag van de beleggers en voor een minimaal deel door economische processen.
Vraag voor een volgende keer is in welke mate allerlei beleggingstheorieën, uitgaande van dit model, nog opgeld doen.

ps. in een aparte blog wordt met dit onderwerp verder gegaan, ook omdat het minder past binnen Ideeën.

28 september 2010

Beter woord

- Exgenoot, respectievelijk exgenote.
  Waar ik nu nog "voormalig echtgnote" gebruik.

- Een Cruijffiaan.
  Een woord of zegswijze van de meester. Hoorde vandaag: "sport is zo onverschrikkelijk belangrijk".

22 september 2010

Prinsjesdag

Als je met de gouden koets naar de juwelier of naar de lommerd zou gaan - de economie is nog lang niet waar die zijn moet, niet waar - dan zou het eerste zijn wat je te horen kreeg: is niet van goud, is verguld.
Om op die manier de prijs waarop je gehoopt had te decimeren.
Laten we dus ons koningshuis, dat tenslotte uit lagere adel van Duitse komaf bestaat, tot hun ware proporties terug brengen - PrinsJESdag is al héél adequaat - en voortaan spreken van de vergulde koets.
Tot we die flauwekul afschaffen weet die familie weer wat hun status is: schone schijn.

21 september 2010

Vrachtwagens

Het is mij volledig onduidelijk waarom er geen wet komt die het vrachtwagens verbiedt op de linkerrijstrook te rijden, 24/7 op z'n Amerikaans, oftewel vierentwintig uur per dag, 7 dagen per week.
Gegeven hoe vol onze snelwegen zijn, waarvan het nog de vraag is hoe lang ze die naam verdienen, en gegeven het feit dat vrachtwagens het verkeer ophouden, zelfs als ze, wat massaal gebeurt, de snelheidslimieten die voor hen gelden overtreden.
Mogelijk dat politici bang zijn voor de niet onaanzienlijke lobby van het vrachtvervoer, maar een goede verkeersdoorstroming is ook in het belang van de gezamenlijke truckers. Want hun belang is niet dat er zo nu en dan één vrachtwagen is die 5 of hooguit 10 minuten eerder op z'n plek van bestemming aankomt.
En als de doorstroming verbetert zullen ook de files minder zijn, mogelijk zelfs aanzienlijk. Eventueel kan het zelfs geboden zijn om op wegen met meerdere rijstroken tijdens spitsuur niet alleen de uiterst  linkse maar ook de rijstrook daarnaast voor vrachtverkeer te verbieden.
Kortom, laaghangend fruit voor een nieuw, autovriendelijk kabinet.

12 september 2010

Alcohol werkt!

De meeste mensen gebruiken alcohol om de inwendige mens te versterken, weinigen weten dat het ook voor het uitwendige deel van de mens wonderen kan verrichten.
Ik gebruik het al jaren en met succes.
Geïnspireerd als ik was door ouwe cowboyboeken, waar de stoere cowboys hun kogelwonden ontsmetten met whisky, meestal zelf gestookt dus met een schrikbarend hoog alcoholpercentage van rond de 80%, vergelijkbaar met het (Oostenrijkse) strohrum.
De eerste toepassing was dus bij kleine (snij)wondjes, al snel gevolgd door bijtwonden in mijn mond, zoals wanneer ik op mijn tong of (de binnenkant van) mijn lip beet. Hoewel de pure alcohol, 70% tot 95%, smerig smaakt, hielp het als of het er voor bedoeld was. Aften verdwenen als sneeuw voor de zon, net als de soortgelijke pijnlijke zweertjes in of op je neus. Uiteraard gebruik ik een wattip voor binnen in mijn mond of neus.
Ook zeer succesvol is de inzet tegen een opkomende of in volle ontwikkeling zijnde koortsblaar op mijn lip. Gebruikte ik eerst nog wel zinkzalf, zodat je als een janjoker met een witte dot op je lip rondliep, die al snel ook op je andere lip plakte of op je theekopje oversprong, nu enkele keren per dag het alcoholflesje er tegen aan - zorgen dat niemand je ziet! - en voor je het weet is de plek verdroogd en heeft de virus het loodje gelegd.
Tegenwoordig is er geen aandoeninkje meer waar ik bij kan, die niet met alcohol te maken krijgt. Zodra er ergens een rood plekje verschijnt komt het flesje te voorschijn, of het nu galbulten, steekvliegensteken of kleine (schaaf)wondjes zijn.
Kortom, alcohol lost heel veel op!

Kroonprinsen in de politiek

De voorstanders van een koningshuis melden altijd dat het een voordeel is dat een kroonprins een leven lang voorbereid kan worden op zijn taak. Ze vergeten dan voor het gemak dat het voorbereiden van een ten ene male ongeschikt iemand verspilde moeite, geld en tijd is.

Nu we in Nederland en België zulke vergelijkbare situaties hebben - voor sommigen al reden om geen bezwaren meer te zien in een fusie van de twee landen - met zowel een kroonprins als impasses in de politiek, lijkt het me een goed idee om de respectieve kroonprinsen een rol te geven als (in)formateur. In het kader van die opleidingsgedachte heeft dat alleen maar voordelen.
Ten eerste leert de kroonprins de belangrijkste politici kennen die er de komende tijd toe doen.
Ten tweede leert hij de ins en outs van politiek onderhandelen. Zoals het onbetrouwbaar zijn, prachtig verwoord door de oud-PvdA-fractievoorzitter Wöltgens: "U rekent op mijn consistentie, maar dat kunt u helemaal niet." (uit Wilders blijft inconsistent)
Tenslotte leren ze hoe ze, eenmaal in functie, het best de dan vigerende (in)formateur kunnen aansturen.

Nog handiger zou het zijn het koningshuis af te schaffen en één van die ervaren politici tot president te kiezen. Krijg je die opleiding er gratis bij.

7 september 2010

Overheden in medicijnen

Gisteren werd bekend dat de farmaceutische industrie steeds minder zin heeft in het ontwikkelen van nieuwe medicijnen, met name van vervangers voor medicijnen waar resistente bacteriën tegen ontstaan zijn, zoals penicilline. Reden is dat de terugverdientijd sowieso hoog is en bij deze middelen nog extra hoog, omdat de gebruikers wordt opgeroepen om terughoudend te zijn in gebruik om nieuwe resistentie te voorkomen.
Dit lijkt me een uitgerekende kans voor de overheid, sterker nog, voor Europa of zelfs de UN, om hier het voortouw te nemen, de research en development te betalen die nodig is voor het ontwikkelen van een dergelijk medicijn en het recept ter beschikking te stellen aan de complete farmaceutisch industrie.
Zodat we er allemaal beter van worden!

3 september 2010

Irak weer een dictatuur

Het gaat niet goed in Irak. Al niet toen de Amerikanen nog de dienst uitmaakten en zeker niet nu ze weg zijn. De verschillende, veelal religieuze groepen in de samenleving bestrijden elkaar te vuur en te zwaard en zijn dienovereenkomstig niet in staat een fatsoenlijke regering te vormen, zelfs niet één die de schijn van fatsoen kan en wil ophouden.
Nu hoeft dat geen ramp te zijn. Het is verwonderlijk hoe een land blijft functioneren, onafhankelijk van of er een regering is, kijk naar Nederland en, meer nog, naar België en Italië, die wat dat betreft een reputatie hebben hoog te houden.
Maar het verschil met Irak is dat de veiligheid van de gewone burger in het geding is. Die dreigt, letterlijk, slachtoffer te worden van de onderlinge oorlogen. Want òf hij is lid van de vijandige partij en wordt daarom afgeslacht, òf hij hoort nergens bij en is dan sowieso uiterst verdacht en daarmee zijn leven uiterst onzeker.
Ik zou het verantwoord vinden als de top van het Iraakse leger de huidige machthebbers naar huis zouden sturen, de noodtoestand zouden afkondigen en met harde hand de orde zouden herstellen. Het adagium 'nood breekt wet' lijkt me hier meer dan waar ook van toepassing.
De gevaren van die actie zijn echter legio. Want als de gewone burger er slechter mee af is, kan het beter achterwege worden gelaten.
Ik loop lang genoeg mee om te weten dat er zelden of nooit dictaturen zijn die de rechtsregels in acht nemen. Maar het moet toch mogelijk zijn de orde op een fatsoenlijk (mogelijke) manier te herstellen, zonder de corruptie te bevorderen en/of de bevolking te terroriseren?
In de deplorabele toestand die Irak heden ten dage kenmerkt lijkt me het de moeite van het proberen waard.

1 september 2010

Jans Roos

Jans was een gróót mens, in alle betekenissen van het woord.
Wij hebben haar goed leren kennen èn waarderen gedurende onze 6 weekse vakantie in Nieuw-Zeeland en Australië in 1997. Nooit zullen wij haar vergeten, niet haar collectie vingerhoedjes, niet haar doortastendheid en het allerminst haar vrolijke karakter.

De anekdotes, waarvan sommige het bij ons tot een vaste uitdrukking hebben gebracht, zijn legio. Voorbeeld van de laatste: “Zo, weer een project”, als we iets bezichtigd hadden. Dat kon dan weer afgestreept worden. Wij zeggen dat nog regelmatig tegen elkaar als we iets hebben afgemaakt.
Of dat ze vroeg om midden op een kruising te stoppen en ze wijdbeens buiten de auto een karakteristiek pand fotografeerde en met een voldaan “Zo, die hebben we” weer instapte.
Haar onuitputtelijke voorraad snoepjes was legendarisch, tot de laatste dag bleef Jans zoetigheid opdiepen uit haar tas, de kruik van Sarfat was er niks bij.
De voorkeur voor lekker eten kwam boven toen ze, in een supermarkt die 24/7 open was, ’s avonds gebogen over een vriesvak stond met hammen van 5kg en (veel) meer. “Pé, die zou je zo mee moeten nemen naar huus”, klonk het dan.
Het meest sprak nog wel haar opgewektheid ons aan. Dat liep uiteen van op de achterbank van de auto met mijn moeder (Pé) de afstamming van de dorpsgenoten doornemen (“Nee, dat was er één van deej en deej.”) tot het meisjesachtig gegrinnik als ze weer eens iemand op straat hadden gezien die sprekend op een ouwe bekende leek. Hoogtepunt was toen we een keer onverwacht strontnat regenden en nog anderhalf uur moesten rijden naar ons onderkomen. Gierend van het lachen deelde Jans mee “dat ze nat was tot en met haar onderbroek”.

Wij hebben toen een wereldvakantie gehad. Geleerd hebben we van Jans om dingen áán te pakken en àf te maken, dat noemen wij nog steeds ‘de Jans-methode’.
Alleen daardoor al zal ze altijd bij ons blijven voortleven, als idee dat eens een sublieme werkelijkheid was.

Gisteren is ze begraven, 89 jaar oud.

29 augustus 2010

Bezit

Een hectare is 10.000 vierkante meter, dus zeg 100m bij 100m. Wij beschikken over iets minder, maar nog altijd een hele lap grond.
Vanmorgen realiseerde ik me dat we, hoewel we deze grond in iedere betekenis van het woord 'bezitten', we het eigenlijk toch maar in bruikleen hebben. Elf jaar geleden kochten we het, over een jaar of tien, vijftien zullen we het wel weer verkopen. Of nalaten. Maar dan zal iemand anders het bezitten. En daarna weer anderen. En zo voort.

De reden van die (schijnbare?) bruikleen is dat dit bezit een gébruiksgoed is, en geen vèrbruiksgoed.Het relativeert ook in hoge mate welke inspanningen je je nog getroost. Ik zou vinden, doe vooral datgene waar jij nog plezier van hebt en laat de rest aan je opvolgers. Zij het dat je rekening kunt houden met dat er na jou nog iemand komt en je het die niet nodeloos moeilijk hoeft te maken. Eigenlijk lijkt dat in meer of minder mate op hoe je de opvolging van de leiding van een bedrijf zou willen regelen. Of de opvoeding van kinderen.

Te bedenken dat over 100 jaar, als wij al lang vergeten zijn, deze grond er nog ligt, het huis er mogelijk nog staat, de hardhouten veranda in ieder geval nog lang niet vergaan is, tja, dat maakt een mens wel bescheiden. En zijn inspanningen nòg vluchtiger.

23 augustus 2010

Mijn moeder

Mijn moeder is 92 en sinds dit weekend ziet het er niet naar uit dat ze nog veel ouder wordt.
Lang geleden schrok ik van haar opmerking “Jullie hebben mij de grootste tijd bij je gehad.”. Dat had ik me nooit zo gerealiseerd. Recent bedacht ik dat dat háár grootste tijd was geweest, niet de mijne, want ze zou nog ruim 30 jaar leven.

Een bijzondere karakteristiek van haar waren de vaste uitdrukkingen en zegswijzen die ze een leven lang bezigde. Vrijwel allemaal waren ze in het dialect dat wij thuis, uitgezonderd mijn vader, spraken. Sommige daarvan drongen pas heel veel later tot mij door. Zoals “Ongeliek is een bult.” voor als iemand ongelijk had.
Een aantal daarvan worden hier ten huize door mij en degene die ik liefheb nog gebruikt. Zoals “de hardloopregel”. Die luidt, dixit mijn moeder, als volgt: “Die hardloopt ziet het niet en die stil staat heeft er geen erg (‘hèt er gien arreg’) in.”. Dat betekende dat het niet perfect is, maar er mee door kan. Een soort ‘goed is goed genoeg’-management-mantra avant la lettre.
Ook een heel mooie was: “As je zo krèk kieken kun je gien geit houen.” voor als je àl te precies was. Lijkt overigens ook op dat goed-is-goed-genoeg-principe.
En wat had je geacht van iets dat “zo ongeliek is as de knollen van Geerlof”? Op mijn vraag, niet eens zo lang geleden, wie Geerlof toch was, van die ongelijke knollen, keek ze me verbaasd aan, had zich dat blijkbaar nooit afgevraagd en meende zoiets als dat dat wel een ouwe boer geweest zou zijn. Zelf wist ze dat niet, want, en nu komt het, ze had haar moeder dat altijd horen zeggen. Dus mogelijk dat veel van die rituele uitspraken wel eens generaties oud zouden kunnen zijn. Het zou leuk zijn als dat eens uitgezocht was.
In ieder geval lijkt het me de moeite waard als haar kinderen een verzameling zouden aanleggen van de uitspraken, zegswijzen en vaste uitdrukkingen die zij zoal in haar leven liet horen. Om op die manier haar karakteristiek levendig te houden.

Nu ik dit schrijf realiseer ik me (door sommigen foutief verwoord als ‘besef ik me’) dat je een moeder eigenlijk alleen hebt. In tegenstelling tot wat ze in Brabant zeggen, ‘ons moeder’, heb ik die relatie altijd als uiterst individueel gevoeld. Reden voor deze kop boven deze blog.

p.s. Mijn moeder overleed op 2 september 2010; 33.496 dagen = 92 jaar oud. Hierbij een foto van 31 juli j.l.

13 augustus 2010

Stringtheorie

Er zijn vrouwen die van strings houden en ze dan ook dragen.Waarom is me niet helemaal duidelijk, waarschijnlijk omdat ze vinden dat ze (dan?) pronte billen hebben. (Hoewel ze geen pronte vrouw willen zijn, want die twee gaan niet samen, pronte billen en pronte vrouwen.)
Er zijn ook vrouwen die het draagcomfort van een string beneden iedere grens vinden, reden voor hen om ze categorisch te vermijden. Dit ondanks de druk van het imperium van lingerie-queen Marlies Dekker.
Hoe de situatie is op de mannen-markt en of die zich alleen tot de gay-scene beperkt is me volstrekt onduidelijk.

Maar misschien is er een oplossing voor de vrouwen (en mannen)  die wel een string wíllen, maar die ondragelijk vinden: draag er een soepele slip onder. De billen tonen de gewenste, pronte vorm en het ongemak is tot dragelijke proporties teruggebracht.

Overigens, zoals dat zo mooi in ICT-kringen gebruikelijk is: untested!

7 augustus 2010

Overheid als hypotheekbank.

De afgelopen week werd bekend dat de Nederlandse banken die hypotheken verstrekken hun winst daarop verdubbeld hebben. Zie daarvoor het Financiële Dagblad.
Belangrijkste reden zou zijn dat er nauwelijks concurrentie is op die markt en de (4) grote partijen de verdenking op zich laden afspraken te hebben gemaakt.
Dus ondanks de lage marktrente moet de consument de banken sponsoren.

Ik denk dat de overheid daar wat aan kan en moet doen. (Over wat de rol van die overheid is kom ik nog te spreken.) Tenslotte is zij eigenaar van ABN Amro en die verkoopt hypotheken.
Ik kan me heel goed voorstellen dat de overheid, die laatst nog een staatslening afsloot tegen 2,8%, ABN dat geld (evt. met een kleine rente-opslag) ter beschikking stelt en de bank verplicht de hypotheekrentes naar beneden bij te stellen. Op die manier zou het voordeel van de lage marktrente ook de huizenbezitters bereiken.
En zouden de andere partijen gedwongen zijn meer marktconforme tarieven te hanteren, net als in andere landen in Europa gebruikelijk is.

Zo'n aanpak lijkt me heel wat effectiever dan dat er weer een toezichthouder in actie moet komen.
Of dat de heren vriendelijk moet worden verzocht enige zelfbeperking aan de dag te leggen, quod buitengewoon non.
Directe concurrentie door een indirecte overheid.

p.s. Een paar dagen later al blijkt dat NL voor 2,6% leent, de laagste rente sinds 18de eeuw.

2 augustus 2010

Sporten voor vrouwen èn mannen.

Er bestaan een groot aantal sporten waarin de competities voor vrouwen en mannen gescheiden zijn zonder dat ik begrijp waarom dat zou moeten.
Er zijn duidelijke, met name fysieke verschillen tussen de sekses, dus is het te begrijpen dat allerlei fysieke sporten, zeker de contact-sporten, worden gescheiden. Dus geen gezamenlijke tennis, atletiek of voetbal.
Maar waarom geen tafeltennis?, zoals Bettine Vriesekoop decennia geleden al aantoonde.
En zo zijn er talloze sporten die nu nog wel gescheiden zijn maar waar dat compleet overbodig is.
Sterker, er zijn zelfs fysieke sporten waarvan deskundigen verwachten dat vrouwen op den duur beter scoren dan mannen, zoals de marathon.

Hieronder zal ik een lijst aanleggen van de sporten waarvoor die scheiding kan worden opgeheven.

  1. Schaken (en alle andere denksporten)
  2. Golf
  3. Tafeltennis
  4. Autosport



Pinpasfraude

De banken (in NL) leden vorig jaar, als ik me goed herinner, zo'n 30 miljoen euro schade aan pinpasfraude. Dat lijkt me eenvoudig te voorkomen. Daartoe moeten banken betalingen blokkeren die buiten het reguliere karakter van kasopnames van de rekeninghouder vallen.
Eventueel moeten de klanten zelf in staat worden gesteld dat regulier karakter aan te geven.

Stel ik haal wekelijks € 500 van mijn rekening, mijn pas + pincode wordt gejat en er wordt dagelijks het maximum van € 1000 (?) van mijn rekening gehaald. Dat moet toch geblokkeerd worden?
Zeker als ik heb aangegeven dat ik wekelijks nooit meer dan die € 500 pin.Dan wordt de eerste keer die € 1000 al geblokkeerd en is de schade hoogstens € 500 (per week).

Zo lang dat niet is gebeurd moet de bank iedere diefstal vergoeden.

   (Iets soortgelijks zou overigens moeten gelden voor spam. Als een provider wordt geconfronteerd met tienduizenden mails afkomstig van één adres dan moeten die vertraagd worden doorgegeven. Duizend per dag voor een maximum van 10 dagen lijkt me ruim voldoende. Zal het internetverkeer, waarvan nu meer dan 90% uit spamn bestaat, zeer ten goed komen.)

Mijnheer Van Dalen Wacht Op Antwoord

Dit is de regel waarmee generaties leerlingen de volgorde van rekenkundige bewerkingen hebben geleerd machtsverheffen, vermenigvuldigen, delen, worteltrekken, optellen en aftrekken. Waarbij expressies tussen haakjes eerst worden berekend.
In het J-forum kwam de vraag op waar die volgorde vandaan komt. Naar mijn mening heeft dat de volgende reden.

Een vermenigvuldiging met een natuurlijk getal, dat is een getal uit de range 0,1,2,....., is gedefinieerd als een herhaalde optelling. Zo is 3 * 4 = 3 + 3 + 3 + 3, waarbij er 4 drieën voorkomen.(Tegenwoordig, onder invloed van computers, wordt het vermenigvuldigingsteken met * aangegeven i.p.v. met een x )
   (Dus is 3 * 0 =  = 0, want tussen de twee =-tekens komen 0 drieën voor die opgeteld 0 leveren.)
Op die manier doorredenerend is 3 * 4 + 5 = 3 + 3 + 3 + 3 + 5 = 17 en wordt het vermenigvuldigen dus eerst uitgevoerd.
Net zo is machtsverheffen herhaald vermenigvuldigen: 3 ^ 4 = 3 * 3 * 3 * 3 en dient dus vooraf te gaan aan dat vermenigvuldigen.

Omdat delen de omgekeerde - 'inverse' zeggen wiskundigen - bewerking is van vermenigvuldigen, net als aftrekken dat is bij optellen, hebben die gelijke preferentie.
Des te vreemder is de plek van worteltrekken. Als inverse bewerking van machtsverheffen hoort die daar direct achter te komen, wat niet het geval is. En ook de tweede inverse van machtsverheffen, de logaritme moet daar staan.
   (De reden dat machtsverheffen twee inverses heeft is dat machtsverheffen niet commutatief is, d.w.z. dat 3 ^ 4 = 81 is niet gelijk aan 4 ^ 3 = 64. Optellen en vermenigvuldigen zijn wel commutatief, zoals je zelf makkelijk kunt nagaan.)

Dus eigenlijk moet het zijn (M, W. L), (V,D), (O,A), waarbij tussen haakjes gelijkwaardige operaties staan en de drie groepen de preferenties aangeven.

Overigens, dit zijn afspraken die geleerd worden (werden?) maar veel beter vervangen kunnen worden door andere, minder ingewikkelde afspraken. Het verdient namelijk verre de voorkeur expressies van rechts naar links uit te voeren, niet omdat over 100 jaar iedereen Chinees spreekt zoals men nu Engels spreekt, maar omdat dat in de wiskunde gebruikelijk is.
En dan kun je alsnog met haakjes werken om die voorkeur te doorbreken. Dus is dan 3 * 4 + 5 = 27. En (3 * 4) + 5= 17. Véél eenvoudiger.

30 juli 2010

Gedoogkabinet

Er is sprake van dat VVD en CDA, de grootste partij en de grootste verliezer na de verkiezingen, een kabinet gaan vormen met gedoogsteun van de PVV, de grootste winnaar. Dat is het domste wat die twee partijen kunnen doen.
En de reden is eenvoudig: PVV kan dat kabinet wel, maar die twee kunnen de PVV niet naar huis sturen.

Ieder bezwaar van de PVV tegen het kabinetsbeleid zal breed worden uitgemeten en onder druk van de PVV worden aangepast; altijd dreigt een kabinetscrisis.
Daarentegen kan de PVV roepen en doen wat ze wil, welke dwang kunnen die andere partijen uitoefenen?

En àls het kabinet valt, dan hoogstwaarschijnlijk door toedoen, maar in ieder geval met medewerking van de PVV, zal die er garen bij spinnen, de twee partijen kannibaliseren en als veruit de grootste op het politieke toneel terugkeren.

Nee, tenzij Rutte en Verhagen vergaand masochistisch zijn moeten ze er voor zorgen dat de PVV een volwaardig deel van de regering uitmaakt, wat Beatrix daar ook van mag vinden.

19 juli 2010

Glazen aanrecht.

Al een groot aantal jaren gebruik ik glazen snijplanken. Niet alleen heel eenvoudig schoon te maken, naar het schijnt ook super hygiënisch. Enige nadeel, je messen worden er niet scherper van. Maar met een goede slijper kom je een heel eind. Daar weegt zo’n quasi modieus hardhouten blok niet tegen op.


Logisch vraag lijkt me dan ook: waarom zijn er geen glazen aanrechten?
Alle voordelen van een glazen snijplank plus, voor de esthetisch angehauchten, je kunt er van alles onder laten zien, want glas is doorzichtig.


Kortom, in welk keukencentrum kan ik terecht?


ps. later wees een vriend mij op wonenonline: aanrechtblad glas.

18 juli 2010

Huizen ondergronds.

Deze week een documentaire gezien (op Arte) over het in sterkte afnemende aardmagnetische veld. En wat dat voor ellende geeft. Want niet alleen valt de zonnewind – en de niet-genoemde kosmische straling – ongehinderd op ons hoofd, met alle kankergevolgen van dien, ook wordt na verloop van tijd door diezelfde zonnewind de dampkring weggeblazen, iets wat bij Mars vier miljard jaar geleden al gebeurd schijnt te zijn. Dan wordt het toch moeilijk ademhalen.
Niet dat het snel gaat , dat wegblazen, maar toch. En ook het wegvallen van dat magnetisme duurt nog even, zo’n 300 jaar is de schatting, maar toch.

Nu kwam ik op het idee dat ook de aarde zelf een goeie bescherming biedt tegen allerlei kosmische deeltjes, dus waarom geen huizen ondergronds? En naarmate ik er langer over nadacht werd ik er enthousiaster over, zelfs voor nú, met nog een mooi, intact magnetisch veld.
Ga maar na: je hoeft, in Nederland althans, niet te heien. Sterker, je moet oppassen dat de opwaartse druk je huis niet boven het maaiveld duwt! Dus wat extra ballast is geboden.
Je hoeft, omdat het grondwater zo’n graad of 10 ° is – en iedere 100 meter dieper met 3° stijgt -  nauwelijks verwarming en al helemaal geen airco, ooit berekend wat dat scheelt aan energie, CO2 en andere milieubelasting?
Stormschade: niente; wateroverlast: noppes, of altijd omdat je in het grondwater zit, althans in het grootste deel van Nederland; ramen zemen: geen last meer van.
Ja, ja, hoor ik u denken, maar daar word ik toch helemaal somber van, helemaal niet naar buiten kunnen kijken? Oh nee? En als we nou een paar mooie schermen ophangen, ter grootte van een normaal raam en dat verbinden met een beetje fatsoenlijke camera? Kun je de straat in de gaten houden, je tuin, wie er aanbelt ....
Nee, uiteraard moeten de details door mensen die daarvoor hebben doorgeleerd nog worden uitgewerkt, maar ik zie het al voor me: de eerste ondergrondse stad.
Trouwens, zo nieuw is het niet, in Anatolië, Turkije, sliepen we in een hotel dat in de kalkgrotten was uitgehouwen. Veel mensen woonden in zulke huizen en hadden het zomers, ondanks de verzengende hitte, heerlijk koel.

Overigens bleek het verderop in de docu dat het niet onwaarschijnlijk is dat dat afnemen van de magneetsterkte een gewoner verschijnsel is, namelijk dat de Noord- en Zuidpool van plaats verwisselen, want dat schijnt zo om de 200.000 jaar te gebeuren. Waar een mens zich druk om maakt.

Een paar argumenten pro en contra wil ik er hier nog wel uitlichten.
  • Energie. Zoals gezegd hoef je slechte een graad of 10 te verwarmen, maar dat wel het hele jaar door. Als je dat echter met grondwarmte doet door dieper gelegen water op te pompen en met warmtewisselaars van warmte te ontdoen kan dat heel goedkoop. Op die manier kun je ook voor warm water zorgen. (Überhaupt is het de vraag waarom dat nu al niet gebeurt met warmtewisselaars die twee kanten op gaan, in de winter ontrek je warmte aan de buitenlucht en de zomer sta je er warmte aan af.)
  • Brand. Kan een ernstig probleem zijn omdat het voor de brandweer niet eenvoudig is binnen te komen. Allereerst moet gas in een ondergronds huis worden verboden, voor warmte hebben we het niet nodig en koken kan ook heel goed elektrisch. Dan moet er in ieder ruimte een sprinklerinstallatie komen, bij voorkeur één die gericht op een warmtebron kan spuiten zodra die boven een bepaalde (ontbrandings)temperatuur komt. Tenslotte moet er regelmatig een brandoefening worden gedaan door de bewoners.
  • Licht. Veel mensen zullen niet alleen het zicht op buiten missen, ook zullen ze het achter glas in de zon missen. Ook dat zal technisch opgelost kunnen worden. Met een goeie lichtbron, zo een die voor lichttherapieën wordt gebruikt, gekoppeld aan een infraroodstraler kan heel goed de essentie van in de zon zitten worden nagebootst.
  • Scheef zakken. In het veenachtige gebied waar ik woon is het goed mogelijk dat zo’n ondergronds huis scheef gaat zakken, doordat de grond op een plaats steviger is dan op een andere. Door een onderste verdieping te maken die gecompartimenteerd is en die vol te laten lopen met grondwater heb je de ballast die nodig is om het huis ondergronds te houden, tegen de opwaartse druk in.  Als je dan, computergestuurd, de compartimenten meer of minder vol kunt lopen, kan de ballast worden aangepast om  het scheefzakken tegen te gaan.

15 juli 2010

Oranje huldiging in Amsterdam.

Volgens de media was de tocht van de rondvaartboot met de voetballers zo’n 7 km en zouden er “honderdduizenden mensen langs de kant staan”.
Aangenomen dat de mensen gemiddeld 5 rijen dik stonden - quod non - en er 2 mensen naast elkaar op één meter staan, komen we op 70.000 mensen, wel veel, maar geen “honderdduizenden".

Op het museumplein, helemaal niet vol, stonden volgens de tv-verslaggeefster “zeker honderdduizend mensen, niet zoveel als bij de finale toen er zeker 200.000 stonden”.
Met behulp van googlemaps heb ik een schatting gemaakt van de grootte van het museumplein en kwam op een kleine 4 hectare = 40.000 vierkante meter.
Volgens mijn waarneming op tv en krantenfoto’s stond het plein - wat helemaal geen plein is maar een grasveld - voor ongeveer de helft flink vol en voor de helft zeer beperkt gevuld, laten we zeggen respectievelijk 2 per vierkante meter en 1 per 4 vierkante meter, dus gemiddeld ruim 1 per vierkante meter. Dan kom je op zo’n 45.000 mensen, dus die schatting “zeker honderdduizend mensen" was met een factor van ruim twee schromelijk overdreven.

Bij de finale zouden de mensen dan met z’n 5-en op een vierkante meter gestaan moeten hebben, oftewel niemand zou voor of achteruit kunnen. Lijkt me hoogst onwaarschijnlijk.
Zag nog een cijfer van een aantal jaren geleden: in 1981 zouden er daar, op dat museumplein, 420.000 mensen tegen de kernwapens hebben geprotesteerd. Nog afgezien van de niet te verantwoorden nauwkeurigheid, dat zou betekenen ruim 10 mensen per vierkant meter over het hele plein, absoluut onmogelijk.

Het zou beter zijn als de media, èn de gemeente Amsterdam!,  wat voorwerk deden en aan de hand daarvan wat realistische schattingen van de mensenmenigte zouden geven. Dan blijkt de gekte die zo opgeklopt werd, reuze mee, of tegen!, te vallen.

Gras als onkruidremmer.

Met gras wordt vanaf hier grasmaaisel bedoeld, dàt wat je na het gras maaien overhoudt naast een keurig gekortwiekt gazon en wat meestal als afval wordt behandeld.
Ik ontdekte bij toeval dat dit gras de capaciteit heeft om ieder onkruid in de kiem te smoren en verder te verhinderen de kop op te steken.
Bovendien vinden de merels het prachtig om eronder te gaan zoeken naar insecten die blijkbaar ruim aanwezig zijn.

Wij beschikken over een nogal ruim bemeten grasveld dat ik niet al te vaak maai en bij gevolg is de grasproductie na zo’n maaibeurt aanzienlijk. Eerder gooide ik dat op de composthoop of liet ik het gewoon liggen en ook heb ik het een keer gebruikt om een kuil in het grasperk op te vullen. Wat me in al die gevallen opviel is dat er op de plek waar het gras werd gedeponeerd niets meer groeit en dat maanden lang!

Dus heb ik van die nood een deugd gemaakt en heb bij volgende maaiïngen (bestaat dat woord nog niet? nú dan wel. (Zoals het kind reageerde, toen ze gezegd had dat ze God aan het tekenen was en haar verteld werd dat niemand wist hoe die er uit zag: “Maar straks wel!”)) het gras op een border gedrapeerd, tussen de struiken die we onkruidvrij willen houden. En dat werkt!

Ik ben nog aan het experimenteren welke onkruiden er wèl doorheen komen, bijvoorbeeld of heermoes daarin slaagt. Heb echter goeie hoop dat ik hier een natuurlijke oplossing gevonden heb die me veel werk en/of anti-onkruidmiddelen gaat besparen.

Levenslijn wordt levenscyclus.

k heb wel eens gelezen dat de westerse mens haar levensloop als een rechte (nou ja, rechte) lijn ziet, terwijl in het verre oosten die meer als cirkel wordt gezien. Het is een verschillende interpretatie van het managers-mantra dat ‘alles verandert’. In het eerste geval is alles nieuw, niets blijft hetzelfde, in het tweede geval is er “niets nieuws onder de zon”, om met de Bijbelse Prediker te spreken.

Het viel me op dat in een mensenleven zo rond de 40, als de midlife crisis toeslaat, de verandering plaatsvindt die een rechtlijnige in een meer cirkelvormige visie verandert. De loopbaancurve vlakt af, in het lijf zijn de eerste tekenen van stilstand of zelfs achteruitgang waar te nemen en je wordt vaker dan vroeger op allerlei terreinen ingehaald en, erger nog, steeds meer door jongeren! Dan ook valt plotseling de herhaling op, weer een reorganisatie, weer hetzelfde privéleven, zelfs met een andere partner, weer nieuws waarvan je je afvroeg wanneer het de laatste keer was dat je dat al eens hoorde. Ook, en soms lijkt het wel met name, de mode brengt niks nieuws meer, zij het dat deze keer ‘retro’ als een nieuw trend  wordt gepresenteerd. Je moet maar durven.
Dat deze overgang tot onzekerheid leidt omdat de sky niet meer de limit blijkt, hoeft dus niet verwonderlijk te zijn. Mogelijk dat je bewust zijn van dit onderliggende thema de pijn enigszins kan verzachten.

Ik vraag me af of het mensen zonder kinderen eerder overkomt dan mensen mèt. Want bij die laatsten is het heel makkelijk je eigen falen te vergeten en je hoop voor de toekomst op je nageslacht te projecteren. De voetbalouders aan de zijlijn van de wekelijkse aspirantenwedstrijden, de tennisouders, de zwemouders, ongetwijfeld zijn er ook al golfouders, wie kent ze niet?
Want met kinderen van wie je als ouder de ontwikkeling de eerste 20 jaar nog op de voet volgt, kun je nog de illusie koesteren dat er helemaal geen sprake is van terugkerende gebeurtenissen. En als je aan een tweede leg begint, helaas(?) alleen voor mannen beschikbaar, kun je dat idee zelfs tot op een leeftijd volhouden die door de maatschappij toch minstens als senior en soms zelfs als bejaard wordt betiteld. Inmiddels ben je dan zo seniel geworden dat er van een midlife crisis geen sprake meer is en niet zo zeer omdat midlife niet meer zou passen, maar omdat hij op die leeftijd zich niet meer kàn realiseren wat er ook in zijn leven al decennia aan de gang is: alles herhaalt zich.

Kortom, zoals vaker (b)lijken de eeuwenoude oosterse beschavingen het beter te hebben gezien en geven daarmee een superieure indicatie van wat (ècht) belangrijk is in het leven.

5 juli 2010

De grootste partij wordt niet gehoord.

Uit het verslag van de parlementaire verkiezigen van juni 2010 door de kiesraad:  “Op woensdag 9 juni hebben van de 12.524.152 kiesgerechtigden 9.442.977 personen hun stem uitgebracht. Hiervan waren 9.416.001 geldige, niet blanco, stemmen.” 
Dit betekent dus dat 24,8% hun stem niet, of blanco of ongeldig uitbrachten.
DIE TELLEN NIET MEE IN NEDERLAND! 
Terwijl ze by far de grootste partij zijn, bijna net zo groot als PvdA en CDA samen.

Partij
Percentage
Zetels
Niet-stemmers
24,8%
37
VVD
15,4%
23
 Partij van de Arbeid (P.v.d.A.)
14,8%
22
 PVV (Partij voor de Vrijheid)
11,6%
17
 Christen Democratisch Appèl (CDA)
10,2%
15

Maar nee, de 150 zetels worden verdeeld naar rato van de uitgebrachte stemmen, zo’n drie kwart van alle stemgerechtigden. Dat is heel vreemd.
Als er in een gremium een stemming is over een voorstel dan is het gebruikelijk – daargelaten of het een goed gebruik is ­– maar het is gebruikelijk om degenen die zich van stemming onthouden bij de tegenstemmers te tellen. Dus als de voorstemmers niet de meerderheid halen, is het voorstel verworpen.
Maar niet bij verkiezingen. Daar worden degenen die zich van stemmen onthouden, of ze nu blanco stemmen of wegblijven, niet meegeteld.
In theorie is het denkbaar dat de opkomst tot bedenkelijke percentages zakt en dat de helft van díe stemmers gaan bepalen wat voortaan wet en regel is in Nederland.

Het lijkt me alleszins voor de hand te liggen dat deze Nederlanders wèl worden meegeteld, er vervolgens 37 zetels in de 2de kamer worden ontruimd en leeg gelaten, de aantallen zetels van de verschillende partijen worden aangepast en ieder voorstel pas wordt geaccepteerd als er 76 of meer kamerleden vóór stemmen.