5 juli 2010

De grootste partij wordt niet gehoord.

Uit het verslag van de parlementaire verkiezigen van juni 2010 door de kiesraad:  “Op woensdag 9 juni hebben van de 12.524.152 kiesgerechtigden 9.442.977 personen hun stem uitgebracht. Hiervan waren 9.416.001 geldige, niet blanco, stemmen.” 
Dit betekent dus dat 24,8% hun stem niet, of blanco of ongeldig uitbrachten.
DIE TELLEN NIET MEE IN NEDERLAND! 
Terwijl ze by far de grootste partij zijn, bijna net zo groot als PvdA en CDA samen.

Partij
Percentage
Zetels
Niet-stemmers
24,8%
37
VVD
15,4%
23
 Partij van de Arbeid (P.v.d.A.)
14,8%
22
 PVV (Partij voor de Vrijheid)
11,6%
17
 Christen Democratisch Appèl (CDA)
10,2%
15

Maar nee, de 150 zetels worden verdeeld naar rato van de uitgebrachte stemmen, zo’n drie kwart van alle stemgerechtigden. Dat is heel vreemd.
Als er in een gremium een stemming is over een voorstel dan is het gebruikelijk – daargelaten of het een goed gebruik is ­– maar het is gebruikelijk om degenen die zich van stemming onthouden bij de tegenstemmers te tellen. Dus als de voorstemmers niet de meerderheid halen, is het voorstel verworpen.
Maar niet bij verkiezingen. Daar worden degenen die zich van stemmen onthouden, of ze nu blanco stemmen of wegblijven, niet meegeteld.
In theorie is het denkbaar dat de opkomst tot bedenkelijke percentages zakt en dat de helft van díe stemmers gaan bepalen wat voortaan wet en regel is in Nederland.

Het lijkt me alleszins voor de hand te liggen dat deze Nederlanders wèl worden meegeteld, er vervolgens 37 zetels in de 2de kamer worden ontruimd en leeg gelaten, de aantallen zetels van de verschillende partijen worden aangepast en ieder voorstel pas wordt geaccepteerd als er 76 of meer kamerleden vóór stemmen.  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten