10 april 2015

Toneel

Mijn moeder kon goed imiteren en ik mag zelf ook een aardige hans Teeuwen neerzetten. Maar echt toneelspelen zou me niks lijken. Stel dat je iemand zou moeten spelen waar je kilometers vanaf staat. Dat zou ik heel moeilijk er uit kunnen krijgen. Net als ik ongeschikt ben voor advocaat. Een creep met een goed verhaal zou ik niet kunnen verdedigen.
Wel zou ik het leuk vinden te schrijven en dan in het bijzonder toneel. Laatst bedacht ik een vorm die me erg aanspraak. Een dialoog tussen twee partijen ten overstaan van de rechter, type de rijdende rechter. Maar die is niet te horen en komt alleen door de verbale reacties in beeld.
"Ja, wat zegt u nu meneer de rechter? Mag ik dat niet zeggen? En wat zij dan allemaal tegen mij zegt, mag dat wèl?
"Natuurlijk mag dat, achtelijke gup. Meneer de rechter heeft héél goed in de gaten dat ik de waarheid spreek. En dat er niks gelogens bij is. En dat kun jij niet zeggen."
Enzovoort, enzovoort.
Of bij een (huis)arts, of tegen een politieagent. Zoiets dus.