22 juli 2013

De taak van de overheid

Dit onderwerp houdt me al jaren bezig: Wat is de taak van de overheid?
In Amerika zijn er mensen, vooral onder de Republikeinen, voor wie de overheid niet klein genoeg kan zijn. Ieder is verantwoordelijk voor zichzelf en God voor ons allen.
Aan de andere kant zijn er de jaren '70 socialisten die een groot deel van de aardgasbaten verkwanseld hebben door de overheid buiten proporties op te blazen door bijvoorbeeld  sociale voorzieningen op te tuigen die ieder menselijk initiatief in de kiem smoorden. Waarom zou je gaan werken als je ook een uitkering kon krijgen?
Ik herinner me nog de BKR, de Beeldende Kunst regeling. Iedereen die de kunstakademie – dat schreef je indertijd met een k – had voltooid kon zijn kunstwerken of wat daar voor doorging, aanbieden en die werden dan door gemeentes aangeschaft en leverden zo de would-be kunstenaar enig inkomen en de kunstuitleen voldoende werken op.
Ook bedrijven hadden gauw in de gaten dat die sociale voorzieningen een prachtige overloop waren waarin overtollige, lastige of echt zieke werknemers gedumpt konden worden.

Goed, de waarheid ligt dus ergens in het midden.
Waarom worden kranten níet van overheidsgeld voorzien en publieke omroepen wèl?
Móet cultuur overleven op overheidsgeld?
Als dat níet hoeft, hoe staat het dan met de wetenschap?

Over die eerste vraag nadenkend kwam ik vanochtend tijdens het ontbijt op de gedachte om alleen nog maar de kritische houding van de media door de overheid te laten fourneren, zeg maar de onderzoeksjournalistiek. Daarvoor mogen die media een percentage van hun omzet budgetteren, waarin door die overheid wordt voorzien.
Want laten we wel wezen, het is toch van de zotte dat er nu overheidsgeld betaald wordt voor voetbalrechten die voor een groot deel naar de bonden en dus naar de grote clubs gaan, die daarmee hun astronomische salarissen kunnen betalen. En minstens zo idioot is het dat het Europese hof heeft bepaald dat FIFA en UEFA de landenwedstrijden niet aan de hoogste bieder mogen verkopen, maar dat dit een cultureel bepaald fenomeen is (of woorden van gelijke strekking) en dat die wedstrijden voor iedereen toegankelijk op de publieke netten te zien moeten zijn.

Later op de ochtend had ik, in lijn met wat ik eerder in De wil van het volk schreef, het idee om het nog verder te versimpelen:
Laat de overheid alle subsidies en verdere support aan private ondernemingen stop zetten. Maar maak een lijst van de ondernemingen waarvan de overheid vindt dat ze goed werk doen, bijvoorbeeld de onderzoeksjournalistiek in de media, van welke aard dan ook. En maak de bijdrage die een burger doet aan één of meer van deze bedrijven, belastingaftrekbaar, zij het tegen een vast tarief van bijv. 30%. Uiteraard moeten de bedrijven zeer transparant deze bijdragen expliciet in hun jaarrekening opnemen en verantwoorden. Ook op lokaal niveau zou dat ingevoerd kunnen worden, zodat gemeentes niet meer voetbalclubs met onevenredig grote bedragen te hulp hoeven schieten.
Op die manier kan de burger aangeven welke fenomenen zij de moeite waard vindt. Als er dan een orkest moet worden opgeheven, dan is dat waarschijnlijk omdat ze onvoldoende draagvlak hebben. En hoeft de overheid geen lastige keuzes meer te maken.

Nou nog de rest van de overheidstaken.

Dijkstra en hoe je moet nummeren

In de IT-wereld is het heel gebruikelijk om, als je een rij getallen hebt, die aan te geven met  
etc. Daarbij valt op dat ze het nummeren beginnen met 0.
Dijkstra verdedigt dat door simpel te stellen dat "starting with 0, however, gives the nicer range 0 ≤  i < N". Als argument lijkt dat me absoluut onvoldoende. 
Een beter argument anno nú is dat het, in de IT-wereld althans, al 30 jaar gebruikelijk is, maar als we goede redenen vinden om dit gebruik af te schaffen, vervalt ook die reden.
Laat ik een tweetal redenen aanvoeren.

Allereerst begint ieder kind dat tellen leert, met 1 en leert op die manier de relatie die er is tussen de gehele getallen en een aantal objecten. Geen zinnig mens, en zelfs geen IT-professor, zal zijn kinderen leren om bij 0 te beginnen. Dan zou het tot een jaar of 6, 7 duren voor kinderen met tellen kunnen beginnen, want op die leeftijd schijnt het concept van 0 door te dringen. 
Omdat in vroeger tijd het vanwege de traagheid van computers niet ongebruikelijk was dat de mens zich aan de computer moest aanpassen – als student tikte ik mijn programmaatje en de gegevens daarvoor in op een 'flexwriter' die een ponsband als output had die dan aan de computer werd gevoerd die er in de 'quick service' vervolgens 30 seconden mee rekende en de output daarvan op papier printte – dus leek het toen (mogelijk) een goed idee het nummeren bij 0 te beginnen.
Nu is daar geen sprake meer van. Een beetje smartphone heeft een sterkere processor dan de computers aan boord van de maanlanders. Dus moeten we af van alles wat het gebruik van de computer, inclusief het programmeren, voor de mens nodeloos ingewikkeld of ongemakkelijk maakt.
GEBRUIKSVRIENDELIJKHEID moet met hoofdletters worden geschreven, ons daarbij realiserend dat een programmeur ook maar een gebruiker is. Dus als pubers gaan programmeren moeten ze gewoon bij 1 beginnen met tellen.

Een tweede argument is dat het niet ongebruikelijk is dat we achterenaan beginnen met tellen, dat wordt dan "de laatste, de op éen na laatste, ..." etc. In de IT-wereld wordt dat wel aangegeven met
 
waarbij de negatieve getallen worden gebruikt om achteraan met tellen te beginnen. Omdat –0=0 kun je natuurlijk niet met –0 beginnen. Maar dan moet je ook consequent zijn en aan het begin starten met 1, zodat we een goeie symmetrische nummering krijgen.

15 juli 2013

De wil van het volk

Er wordt veel geklaagd over de afstand van de gewone burger tot de politiek. En daar is meer dan genoeg reden voor.
Groot gevaar is dat die burger zich niet (meer) vertegenwoordigd voelt, haar belangen niet (voldoende) ziet behartigd en denkt: waarom zou ik een volgende keer nog gaan stemmen? Of, wat ook niet echt bijdraagt aan een constructieve voortgang, op één van de protestpartijen stemt ook al hebben die verder allerlei programmapunten waar die burger niet achter staat, maar "dan weet Den Haag tenminste dat dit een proteststem is".

Hoewel politici, naar mijn vaste overtuiging, niets moeten hebben van een goed functionerende democratie - om over bestuurders maar te zwijgen - is er een vrij makkelijke manier om mensen de mogelijkheid te geven direct mee te sturen op nationaal en lokaal niveau. Via de belastingen. Dat zou als volgt kunnen gaan.

Op enig moment wordt aan de hand van je inkomen en allerlei kortingen en bijtellingen de hoogte van je belasting vastgesteld. Maar anders dan nu krijg je daarbij de mogelijkheid de posten aan te geven waaraan je wilt dat jouw geld besteed wordt. Dus wil je 0% naar defensie en 30% naar onderwijs, vul de hokjes dienovereenkomstig in. Of veel naar gezondheidszorg en niets naar ontwikkelingshulp, met de door de belastingdienst ter beschikking gestelde site of programmatuur is het een fluitje van een cent.
Uiteraard kan een ministerie de zaak ook fijnmaziger verdelen, bijvoorbeeld bij defensie wèl de landmacht, maar niet de JSF. Om te voorkomen dat ze anders helemaal niks krijgen. Of in het onderwijs een onderverdeling naar salarissen van de managers en die van het onderwijzend personeel. En heb je geen zin in andere sociale voorzieningen dan de bijstand, dan is dat eenvoudig te verwezenlijken.
Snel zal duidelijk worden waar de voorkeuren van de bevolking liggen en, als de overheid transparant laat zien dat de verdeling geschiedt conform de wens van het volk, dan zal het met het vertrouwen in de politiek snel de goeie richting op gaan.

Er zitten wel een vrij grote beer op de weg. Je wil niet dat er voor een overheidsinstelling het ene jaar geen cent te makken is, en een jaar later de miljarden tegen de plinten klotsen. Of andersom.
Daarom beginnen we met hoe de verdeling nú is, dus hoe iedere belastingeuro op dit moment wordt verdeeld, bijvoorbeeld zo'n 20% gaat naar onderwijs, zie http://www.uitgavenoverheid.nl/ .
En ieder jaar mag een belastingplichtige er maximaal een deel vanaf halen of maximaal er een deel bij doen. Die delen zijn achtereenvolgens 10%, 11%, 13%, 14%, 17%, 20%, 25%, 33%, 50 en 100%. Als je het daarmee vermindert houd je in de volgende jaren 90%, 80%, 70%, 60%, 50%, 40%, 30%, 20%, 10%, 0% van het oorspronkelijke bedrag over (weet je gelijk waarom die delen zo zijn). En als je het vermeerdert wordt dat 1,1; 1,2; 1,4; 1,6; 1,8; 2,2; 2,8; 3,7; 5,5 en 11,0 keer het oorspronkelijke bedrag.
Uiteraard moet je wel zorgen dat je volledig belastingbedrag besteed wordt. En meer mag natuurlijk ook!
(Ik zal niet verder ingaan op hoe de verdere regeling zou kunnen zijn.)

Voordeel van deze manier om de wil van het volk tot uiting te brengen, is dat niet alleen de partij die je hebt gestemd telt, maar dat je ook nog aanpassingen kunt aanbrengen welke punten je van die partij wèl en welke je níet ondersteunt. En welke punten van andere partijen die het deze keer zonder jouw stem moesten doen, toch nog wel geld van je krijgen. Kortom, de macht aan het volk.
Nou de politici nog zo ver zien te krijgen.