26 november 2010

Dialect

Ik ben geboren en getogen in een klein dorp met een stevig dialect. Dat leidde er onder andere toe dat in de stad waar ik naar de middelbare school ging wij welwillend - in het beste geval - als een soort untermenschen werden beschouwd, ongeciviliseerd als wij waren met onze onbeholpen (uit)spraak. (Jaren later pas vertelde een kennis die leraar Nederlands was me dat ons dialect overeenkwam met het Nederlands dat ten tijde van Bredero werd gebezigd.)
Overigens weerhield dat ons op onze beurt er niet van om bewoners van een gehucht dat weer als satelliet van ons dorp figureerde, en waar ze een dialect van ons dialect spraken, als 'domme diekers' weg te zetten.

Maar een ander aspect van ons dialect, dat ik overigens nog sporadisch spreek, is me pas recent opgevallen *).
Dit dialect lijkt zich in hoge mate te onderscheiden doordat er heel veel met behulp van negatieve kwalificaties tot uitdrukking wordt gebracht. Zelden wordt iets in positieve termen verwoord.
Mijn eigen favoriet is om, als iets me erg bevalt, te melden: "Dit is niet vervelend (om te te eten / naar te kijken / te horen)".
Eén van de sterkste staaltjes is wel het gebruik van "niet weinig" om uit te drukken dat iets veel, erg, of anderszins imposant is. Zoals in 'niet weinig mooi', 'niet weinig belangrijk', 'niet weinig groot', 'niet weinig lekker' of zelfs 'niet weinig veel'.
Allen die dit dialect van jongs af gesproken hebben zullen dit met verschillende andere voorbeelden kunnen aanvullen. (Omdat het hier over spreektaal gaat schrijf ik niet: 'niet weinig andere voorbeelden'.)

  • 'niet gek
  • 'niet verkeerd'


Uiteraard waag ik me niet aan een verklaring, hoewel ik die, zou ik dat wel doen, direct in het gereformeerde karakter van de bevolking zou zoeken. In die denominaties wordt immers geleerd dat de mens "niet in staat is tot enig goed, maar geneigd tot alle kwaad", iets waaraan zelfs mijn vader in zijn meer heldere momenten twijfelde.
Om maar te voorkomen dat het de mens naar de bol zou stijgen en hij zich "meer zou wanen dan een krul in een varkensstaart" (dixit mijn moeder) zou de negatie van een beperking beter werken dan een positieve kwalificatie mee te geven.
Of zoiets.

*) Mijn geliefde huisgenote vertelde me na het lezen van deze blog dat zíj het was die me op dat merkwaardige fenomeen wees. Een typisch geval voor Draaisma's Vergeetboek.

7 november 2010

Boodschappentas

Het leven lijkt soms te bestaan uit een groot aantal aaneenschakelingen van kleine irritaties. Die te voorkomen of op te lossen draagt onevenredig bij aan het geluk van een mens. Of in ieder geval aan haar tevredenheid.
Eén zo'n irritatie is een overvolle boodschappentas die je op de achterbank van de auto hebt gezet en dan, tijdens het rijden, omvalt. Voorzichtig als je bent heb je de breekbare spullen, kletskoppen om maar iets te noemen, boven in gedaan en de veel zwaardere, een zak aardappels, onderin. Maar ja,als die tas omkiepert hoef je geen rocket scientist te zijn om te kunnen voorspellen wat er gebeurt. Not to mention het bakje kwark waarvan de bovenkant toch minder stevig blijkt dan je zou verwachten. Kortom, een klein ongelukje met een buitensporige hoeveelheid ergernis.

Daarop heb ik nu een buitengewoon handige en afdoende maatregel gevonden. Ik snoer de tas, alsof het mijn enige nazaat is, in de veiligheidsgordel van de achterbank. En welke capriolen ik nu uithaal, het omvallen van de tas, hoe zwaar of ongelijk ook ingepakt, behoort definitief tot het verleden.
Waarin een klein idee al niet groot kan zijn.

Weer een ergernis minder, nog een kleine honderdduizend te gaan.

2 november 2010

Hoe planten, struiken en bomen te beperken.

In toenemende mate merk ik dat het mensen stoort, zelfs de doorgewinterde diehard met ultra groene vingers, als alles wat ze jaren geleden zo mooi overzichtelijk geplant (en gepland) hadden, welig tiert en grootte en omvang aanneemt die onvoorzien was.
Of dat nou komt doordat de tuintjes kleiner worden - zelden is een nieuwbouwperceel groter dan een paar honderd vierkante meter, waarmee er voor een tuintje hoogstens enkele tientallen meters overblijft - of dat men minder van de kostbare tijd aan het, soms zware, onderhoud wil besteden, feit lijkt dat het op prijs wordt gesteld als de natuur zich wat zou inhouden en een groeisel zich zou beperken tot de haar toegewezen plek.

Een goede mogelijkheid om dat te doen is de wortelgroei in te dammen. Dat kan op verschillende manieren, enigszins afhankelijk van hoe groot de boom, struik of plant mag worden. Het idee is om de wortelkluit in een (plastic) pot in te graven, of met worteldoek te omhullen, zodat de grootte van de kluit, en daarmee van het bovenaardse groeisel, niet alle perken - letterlijk - te buiten gaat.
Bijkomend voordeel is ook nog dat een eventuele verplaats-actie, anders een zware klus die niet zelden ten koste gaat van wat er verpoot had moeten worden, op die manier wel een héél stuk eenvoudiger wordt.